Meer High dan Tea
Twilight zone op 25 hoog
Daar stonden we, met een Groupon-voucher in de tas. High Tea voor twee personen in het nieuw geopende Queen Tower restaurant. Voorheen het Chinese restaurant Sapphire Tower. Ginelle en ik hadden de dag ervoor nog recensies gelezen en waren eerlijk gezegd een beetje bang. “Verschrikkelijk”, “kalkvlokken in de thee”, “bevroren appeltaart” . Toen we eindelijk de ingang hadden gevonden in de bouwput onder het Centraal Station, stonden we enigszins verdwaasd in een portiek naar een bekraste liftdeur te kijken. Toen hij openging zagen we een superklein, rond liftje met chinese beschilderingen en maar één knop; naar de 25e verdieping. Een beetje zenuwachtig keken we elkaar aan. Maar we herpakten ons, riepen “YOLO!” en drukten op de knop. Na een nerveuze rit naar boven openden de deuren zich en een muffe lucht sloeg ons in het gezicht. Aarzelend schuifelden we de lift uit. “Hallo…?” hoorden we links van ons. Aha! een balie, met een mannetje erachter. Minutieus bestudeerde hij onze Groupon-bon en na een paar zenuwslopende momenten zei hij: “Thee”. Schuchter knikten we van ja. Hij nam onze jassen aan, hing ze samen op één hangertje in de volledig lege garderobe en overhandigde ons een nummertje. 209.
“Volg mij” mompelde het mannetje, gekleed in een slecht zittende broek en een te groot jasje met een vlek op de revers. Hij leidde ons de eetzaal in alwaar de tijd leek stil te staan. Een enorme zaal, met een prachtig uitzicht, dat wel. Het interieur volledig overgenomen van Sapphire Tower. Goud en zwart, vloerbedekking uit 1950 of erger, draken, stenen leeuwen, alles onder het stof en érg chinees. Het nieuwe Queen Tower Restaurant is Nederlands-Frans georiënteerd, moet u weten. Men had niet de moeite genomen ook maar iets aan te passen. Er zaten twee vrouwen aan een tafeltje, verder was het helemaal leeg. Ik wierp een blik op hun tafel waar een pot thee stond en een etagère met dubieus uitziende etenswaren. Hmm. High Tea. We volgden het morsige mannetje tot de keuken, waar hij zonder iets te zeggen in verdween. What to do? Ook de keuken in? Na een ongemakkelijke minuut kwam er een andere, zeer joviale meneer de keuken uit. Spijkerbroek, wit overhemd, te veel knoopjes open waardoor we goed zicht hadden op zijn weelderige borsthaar, een matje van grijze krullen in de nek. . Zoooo dames, waar willen jullie zitten? Uhhh..nou…waar heeft u plek? Grinnik grinnik…
Nadat we hadden plaatsgenomen vroeg hij waar wij woonden. Ginelle wees haar kant op, en ik de mijne. “Daar in die toren woon ik”. “Aha!” zei hij. “Woont je man daar ook?”. Ik zei hem dat mijn man misschien wel deze kant op zat te kijken om mij in de gaten te houden. “Aha! Wil jij je man zien? Wacht maar!”. Hij galoppeerde weg om terug te komen met een verrekijker. “Nu kan jij je man in de gaten houden” en dijen kletsend draafde hij weer weg. Zonder onze bestelling op te nemen overigens. Verbijsterd keken we elkaar aan. Vervolgens inspecteerden we onze tafel. Er stonden twee broodmanden op waarvan één volgestort was met theezakjes van Albert Heijn en in de andere lag een enorme berg suikerzakjes. Onze borden waren een beetje gelig uitgeslagen, en het klassiek gevouwen servet dat er parmantig bovenop stond was aan de onderkant helemaal gerafeld. Het tafelkleed had enge vlekken. Het was allemaal zo ontzettend raar dat we inmiddels al in een soort hysterische giechelbui waren geschoten en toen de grijze man kwam met een theepotje heet water besloten we dat we het op thee alleen niet zouden redden en vroegen om een fles witte wijn. Na een goede tien minuten kwam het mannetje met de vlek op de revers twee glaasjes lauwe witte wijn brengen en liep zonder iets te zeggen weer weg. Twee glaasjes zou niet genoeg zijn maar we besloten het maar even zo te laten.
“Eh..tsja. Daar kan je je koekje doorheen halen ofzo”.
Even later kwam het mannetje een etagère brengen die hij op tafel zette en weer vertrok. Geen uitleg, geen eet smakelijk, geen sjoege. Op de etagère lagen twee muffins met een bruinige crème erbovenop, soesjes, baklava, kaaskoekjes, harde koeken van een halve meter omtrek, een bakje met een soort crème of boter en kleine driehoekjes witbrood met iets ertussen. De muffins waren ok. De baklava was een beetje oud en taai. De kaaskoekjes waren hoogstwaarschijnlijk van het merk Pedigree Pal, zo constateerden wij toen we de vieze smaak van ons gehemelte probeerden te schrapen met een stijfbevroren soesje. De koeken waren van Albert Heijn en al minstens twee dagen uit de verpakking. Op dat moment kwam het morsige mannetje met een wijnkoeler en een fles wijn aangesloft. “Sorry, jullie hadden een fles besteld” en hij plantte de fles (waar de twee glaasjes uit waren) naast de tafel. Gierend constateerden wij dat het een fles met een schroefdop was. Wij hadden namelijk in een recensie gelezen dat er in het hele restaurant geen kurkentrekker te vinden was en dat de ober toen maar de fles met kurk en al op tafel zette en zich uit de voeten maakte om niet weerom te keren. Omdat wij ons toch afvroegen wat de witte substantie in het bakje was vroegen we het aan het mannetje. “Eh..tsja. Daar kan je je koekje doorheen halen ofzo”. En weg slofte hij. Dan de sandwich, daar kan niet veel fout mee gaan. Ik opende hem voor de zekerheid toch maar even. In het midden van de sandwich zat niets. Aan de uiterste rand van de sandwich zaten reepjes komkommer zodat het zou lijken alsof er iets op zat. Verder niets. Niets.
“Dames, de tweede gang! Warme…dingen”.
Inmiddels hadden wij de hik van het lachen, en misschien een beetje van de wijn. Na een tijdje een beetje geplukt te hebben aan de versnaperingen, want honger maakt rauwe bonen en harde koeken zoet, kwam de borsthaarmeneer ons blikveld binnen met een enorme schaal. “Dames, de tweede gang! Warme…dingen”. “Ha, warme dingen”, zei ik hoopvol. Met een zwierig gebaar zette hij de schaal neer en verdween in de coulissen. Calamares! Calamares? Bij een high tea? Wat geeft het, inmiddels was het toch een High wine geworden. Een beetje voorzichtig maar toch ook gretig waagden wij het erop en namen een hap. Juist op het moment dat het morsige mannetje langs onze tafel sjokte met een 20-kilo zak gepaneerde postbode-elastieken. Want dat waren het. Na dit absolute hoogtepunt -nee geen dieptepunt, want man wat waren we vrolijk- hadden we niet verwacht dat het allemaal nog beter kon. Totdat het klapstuk van de middag op tafel kwam. Sigara Boregi. Dat zijn rolletjes in de vorm van een sigaar (jaja) met een vulling van een soort kaas. Het waren er twee. Wel 25 centimeter lang, verbrand aan de uiteinden. Na er met grof geweld één doormidden te hebben gebroken zagen we dat er niets inzat. Het was een rol keihard leeg filodeeg. Ons afvragend of we in Bananasplit zaten besloten we dat we ze in ieder geval nog als wapenstok konden gebruiken, mocht dat nodig zijn. Meer kwam er niet. Het was ook goed zo, want we hadden toch al buikpijn. Toen we weggingen vroeg het morsige mannetje naar ons nummertje voor de jassen. “Alstublieft meneer, nr. 209”. Zuchtend pakte hij onze jassen van dat ene haakje in de compleet lege garderobe, legde ze op de balie en slofte weg. Geen alstublieft, geen tot ziens. 25 verdiepingen naar beneden later stapten wij met rode ogen en mascara op onze kin de echte wereld in.
(Queen Tower restaurant bestaat inmiddels niet meer)
1 comment
Comment by Nieske
Nieske 15-10-2017 at 12:59
Hahaha,ik zat er helemaal in, in die toren met het morsige mannetje. Yummieieieie!
Comments are closed.